Lelystedeling daagt collega’s uit om 3 dagen vegetarisch te eten

Lelystedeling daagt collega's uit om 3 dagen vegetarisch te eten

 

 

 

Walter Luitwieler, 39 jaar, werkzaam bij de gemeente Lelystad. Getrouwd en drie kinderen. Draagt bij aan deze challenge door zijn collega’s ook uit te dagen om enkele dagen dierlijke producten te laten staan.

“Ik was tot een jaar of tien geleden een echte vleeseter. Elke dag een stukje vlees of vis hoorde in mijn gedachten bij een volwaardige maaltijd. En ik vond het ook machtig om grote stukken vlees op de barbecue klaar te maken. Maar in de laatste tien jaar ben ik veel meer gaan lezen en heb ik veel documentaires gezien over voeding en wat de impact daarvan is op mens en milieu. Ik vind het nu echt belangrijk om dierlijke producten met mate te eten. Vlees en zuivel vind ik nog steeds erg lekker maar ik ben mij veel bewuster van de condities waarin deze dieren leven. Niet alleen wat ik op tv heb gezien, maar ook door mijn vorige baan waar ik als milieu-toezichthouder in veehouderijen rondliep en zag hoe deze dieren leefden. Daarnaast is de impact op het milieu enorm. We kappen massaal tropisch regenwoud om goedkoop veevoeder te kunnen verbouwen en er is in de hele keten veel transport, water en energie nodig om uiteindelijk dat stukje vlees thuis op je bord te hebben. Als laatste is het eten van veel rood vlees, waar broodbeleg bijvoorbeeld ook onder valt, ook iets waarvan steeds duidelijker wordt dat het voor de gezondheid gevolgen kan hebben. Dat heeft mijn beeld hierop wel drastisch veranderd. We mogen daarin als mens best wat bescheidener zijn.

Daarom beschouw ik vlees zelf meer als luxeproduct. En als ik het dan eet probeer ik het van zo hoog mogelijke kwaliteit te kopen. Dat is veel duurder maar omdat ik het tegenwoordig nog zelden eet heb ik dat er graag voor over. Nu worden die schaduwkosten zoals de milieu-impact nog niet meegenomen in de prijs van vlees. Het is daarom in Nederland echt goedkoop ten opzichte van andere Europese landen. Ik verwacht dat dit in de komende jaren best wel eens kan gaan veranderen. Ook omdat de boeren nu geen eerlijke prijs krijgen voor het werk wat zij hebben en constant gedwongen worden maar te groeien om het hoofd boven water te houden. Het zou eerlijker zijn als een deel van die milieukosten naar de boeren terugvloeit.

Wij, als consumenten, willen immers zoveel vlees eten of vis weglaten bij de hoofdmaaltijd en vervangen door groenten of bonen of een vleesvervanger in de aanbieding is al een heel gemakkelijke stap om het een dagje te laten staan. Zo’n twintig jaar geleden werden vegetariërs en veganisten nog enorm geassocieerd met alternatief of geitenwollen sokken. Nu zie je dat deze mensen veel meer als milieubewust worden gezien. Het is veel meer mainstream om het af en toe te laten staan. Zonder vlees of vis koken is daarnaast ook veel minder “moeilijk” als vroeger. Er zijn tegenwoordig zoveel smakelijke vleesvervangers en alternatieven voor zuivel en vlees en vis te vinden. Hoewel ik het dus nog weinig eet, noem ik mezelf dan ook geen vegetariër of veganist. Het klinkt mij daarmee teveel alsof ik bepaalde producten niet mag. Een uitspraak die je nog wel eens hoort als mensen zeggen dat ze vegetariër zijn is: “Oh dan mag je geen kip dus”. Nee. Ik mag alles, maar ik kies er gewoonweg niet meer voor. En ik voel me daar prima bij. Willen we deze aarde nog doorgeven aan de volgende generaties dan kunnen we daar op deze manier eigenlijk heel gemakkelijk een kleine bijdrage aan leveren.