‘De samenwerking binnen Flevoland met collega corporaties is uniek in dit project’
Eugène Korff – Adviseur Duurzaamheid, Energie en Circulariteit Centrada
Centrada is dé woningcorporatie in Lelystad. Zij zijn er voor huishoudens met een laag tot middeninkomen die willen huren, in de sociale huur of middenhuur. Met ruim 9.000 woningen in hun bezit hebben zij een grote invloed op de ontwikkeling van Lelystad. Centrada draagt bij aan het woongeluk van mensen, aan duurzame en goede woningen, de ontwikkeling van karaktervolle aantrekkelijke wijken en de groei en bloei van de stad.
3 juni 2024
‘De samenwerking binnen Flevoland met collega corporaties is uniek in dit project’
De projectopzet door middel van innovatielabs maakte mij nieuwsgierig. Het zit in mijn werkpakket om de ontwikkelingen bij te houden en een bijdrage te leveren. Daarnaast maakte de samenwerking met collega corporaties binnen Flevoland dit project onderscheidend. Ik krijg vaak uitnodigingen om individueel mee te denken, maar dan liggen de problemen en uitdagingen in de groep toch heel anders. Daarom wilde ik aan dit project meedoen. In Flevoland worstelen corporaties met vergelijkbare woningvoorraad. Dan kun je samen onderzoek doen en ideeën uitwerken en in de praktijk brengen. Dat is het unieke aan dit project.
‘Het heeft ons contacten opgeleverd binnen het netwerk’
Er zijn inmiddels twee sessies geweest: over circulaire keukens en circulair isolatiemateriaal. Praktisch zijn we daar nog niet direct mee aan de slag. Maar het heeft ons wel contacten opgeleverd binnen het netwerk. Zoals met C-creators en Building Balance. Hierdoor staat het circulair en biobased bouwen weer meer op de agenda bij Centrada. Het wordt nu actiever tijdens het overleg van vastgoedmanagers binnen alle corporaties van Flevoland besproken.
Verder zijn we aan het uitzoeken hoe Hogeschool Windesheim een afstudeeronderzoek over circulair/biobased bouwen kan opzetten. Daar kunnen wij dan in meewerken door ruimte te maken voor afstudeerplekken.
De sessie over circulaire keukens heeft ons veel verdieping opgeleverd. We gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn bij keukens voor nieuwbouw en bestaande keukens. Dat doen we met samen met onze collega-corporatie Oost Flevoland Woondiensten en de bedrijven Bribus (keukens) en Chainable (circulaire keukens). Ik hoop dat we daar beter inzicht krijgen in wat voor soort materialen mogelijk zijn en wat er gebeurt als we materialen nog een tweede kans geven. Zoals wat daarvan de CO2-besparing is. Zeker voor nieuwbouw gaat het om een periode van 50 jaar, daar willen we afspraken over maken. Hoe maken we de CO2-besparing meetbaar?
Uiteindelijk gaan we als woningbouwcorporatie op de CO2-impact afgerekend worden. Momenteel is dat nog niet zo, maar in de toekomst gaat dat wel komen. Dit levert ook een extra argument op met de afdeling inkoop. Momenteel loont het nog niet om circulaire/biobased materialen in te kopen, aangezien dat duurder is. Maar als er een CO2-heffing komt op materialen, dan hebben die materialen juist wel meer waarde. Dan kan circulaire/biobased materiaal eerlijker meegewogen worden. Dat is nu nog niet het geval. De samenwerking met andere woningcorporaties is hierin fijn. Zij hebben hetzelfde vraagstuk en hierdoor wisselen we informatie uit. Dan wordt het straks makkelijker opschaalbaar.
‘Door de bijeenkomsten heb ik ontdekt dat er interesse is onder woningcorporaties voor een structurele samenwerking’
Het meest enthousiast ben ik over de samenwerking met collega corporaties binnen Flevoland. We hebben allemaal met dezelfde uitdaging te maken. Door deze bijeenkomsten heb ik ontdekt dat er interesse is onder woningcorporaties voor een structurele samenwerking. Als dat zich zo gaat vormen, dan word ik daar heel blij van.
Eerder heb ik bij sessies van het MRA gezeten, maar dat is voor ons niet interessant. Flevoland is heel anders qua woningbouw. Daarom is het bij deze innovatielabs zo fijn dat het gericht is op partijen binnen Flevoland. Het netwerk sluit dan goed aan en op basis van de sessies kan er echt een versnelling gecreëerd worden. Het is goed dat de NMFF als regievoerende partij dit onderwerp agendeert. Een bijkomende uitdaging is wel om dit vast te houden
‘Om echte stappen te zetten, is er wel structuur nodig’
Om echte stappen te zetten, is wel structuur nodig. Mijn hoop is gevestigd op het gremium van vastgoedmanagers van de corporaties. Dat we elkaar daar scherp houden over houtbouw, biobased- en circulaire materialen. Wel vrees ik dat er na 1 tot 1,5 jaar de klad weer inkomt.
Er is een signalerende partij nodig vanuit de provincie of elders die de aanjagende rol vervult buiten de vastgoedmanagers om. Als er geen trekker is en geen wettelijke verplichting, dan blijft het waarschijnlijk liggen. Er is wel een convenant toekomstbestendig bouwen. Maar daar ligt de lat nog niet hoog genoeg naar mijn mening. Daar kan je namelijk zelf een niveau kiezen en velen kiezen dan voor een veilige middenweg. Daarnaast hoop ik dat er naar koppelkansen met aardgasvrij wonen wordt gekeken. Daar is nog een hele weg te gaan. Dus zou het mooi zijn als het gezamenlijk opgepakt wordt.
Intern wil ik kijken hoe ik de materiaalcomponent van CO2 kan integreren. Dus het totaalplaatje van het verwarmen van woningen en de materialenkant in kaart brengen. Daar loop ik nog wel tegen muren aan, omdat er nog geen duidelijk materialenpaspoort is. In de MPG-woningbouw loont het nog niet om voor duurzamere materialen te kiezen. Ik hoop dat ik daar binnen nu en 2 jaar wel betere keuzes in kan gaan maken.
Qua cultuur kan er nog een omslag plaatsvinden. Dat begint bij de bestuurders waar vanuit biobased en circulair bouwen meer gestimuleerd kan worden. De collega’s staan positief tegenover deze verandering. Momenteel wordt er nog veel afgerekend op de euro’s, waardoor het binnen projecten nog te lastig is om duurzamere keuzes te maken. Een aanpassing in wet- en regelgeving kan daar enorm bij helpen.
‘Richt je blik naar buiten’
Mijn advies aan andere woningbouwcorporaties is om de blik naar buiten te richten. Ga meer met collega corporaties in gesprek en probeer niet zelf het wiel uit te vinden. Zoek elkaar op. Dat gebeurt nu nog te weinig. Circulariteit en verduurzaming zijn juist regionaal verbonden. Dit is het moment om het lokaal en regionaal gezamenlijk op te zetten. In Drenthe wordt al nauw samengewerkt door corporaties. Dat kan hier ook.
‘De periodieke ‘prik’ blijft nodig’
De periodieke ‘prik’ blijft nodig. Momenteel worden er wel afspraken gemaakt en staat het op de agenda, maar dat vervaagt na en tijdje. Wat werkt en wat levert het op, die kennis delen en iemand die daar regelmatig naar vraagt. Er is een lobby richting het Rijk en de gemeente nodig. Dat zou bijvoorbeeld de NMFF goed kunnen doen, adviesbureaus gaan dat namelijk niet doen.
Tot slot is het belangrijk om best practices te delen op Flevolands schaal. Wat wordt er gedaan en hoe loopt dat? Om juist de kleinschalige projecten te laten zien. Daar ligt een kans om meer projecten naar voren te laten komen. Je wilt juist zoveel mogelijk verschillende ervaringen en kennis hebben over biobased, circulair en duurzaam bouwen.