Interview met Anne Bliek van Almeerse Wolunie – Jubileum 40 jaar NMFF
Van grondstof tot vakmanschap: wol opnieuw gewaardeerd
De Almeerse Wolunie is een vereniging voor en door leden. Zij verwerken de wol van de schapen van Stad en Natuur die in en rond het Vroege Vogelbos grazen. Van het selecteren van de wachten tot aan het eindproduct. Ze doen dat voor henzelf, voor verkoop bij het Infopunt, op markten en voor bijzondere projecten. Anne Bliek, woordvoerder van de Almeerse Wolunie, vertelt.
‘Een grotere groep aanspreken voor welke uitdagingen we staan’
Jullie visie past bij hoe ik de toekomst zie en hoe ik daar al enige jaren naar kijk. De kracht is dat het door jullie plan handen en voeten krijgt. De klimaatcrisis geeft het verhaal overtuigingskracht en helpt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Beelden en plaatjes helpen daarbij. Net als, bijvoorbeeld, de Flevolandse voetafdruk. Deze maakt een complex onderwerp inzichtelijk. Het is fijn dat jullie met deze visie bewustwording creëren, zodat een grotere groep snapt voor welke uitdagingen we staan.
‘Het oude vak van wolverwerking opnieuw introduceren en levendig houden’
Wol opnieuw terugbrengen in de samenleving als materiaal voor o.a.: kleding, woningisolatie of de onderlaag van een groen dak. Dat is ons doel. Het oude vak van wolverwerking opnieuw introduceren en levendig houden. Inwoners daarbij betrekken en verbinden, ook degenen die afstand hebben tot de arbeidsmarkt. We blijven workshops geven en onze kennis doorgeven. Bij voorkeur in grote projecten, we willen een bredere groep aanspreken dan alleen onze leden. Een mooi voorbeeld was ons paviljoen ‘Shades of Nature’ op de Floriade. Het paviljoen gaf de bezoeker op laboratoriumachtige wijze inzicht in het natuurlijke proces van wolkleuren. Ook werd bewustwording gecreëerd over hoeveel textiel we weggooien. Als kers op de taart hebben we op het dak een experiment gedaan met wol. We hebben oudere vachten geselecteerd die als ondergrond voor planten konden dienen. In deze vachten zit genoeg voedsel voor de planten om twee jaar lang niet te bemesten. Het dak is later hergebruikt en op een schuur geplaatst en het werkt nog steeds goed. Proef geslaagd dus.
Onze vereniging is kleinschalig. Maar we hopen andere schapenhouders te inspireren om door heel Flevoland het grootschaliger op te pakken. Uiteraard met oog voor het dier. Onze schapen blijven in leven en lopen vrij rond.
Je staat in 2050: wat zie je?
Dan woon ik nog in Almere. In een kleiner huis dat hopelijk van biobased en circulaire materialen is gemaakt. Ik zie meer natuur om mij heen en heb nog een stukje tuin. Het dak is helemaal groen en daaronder liggen schaapsvachten. Het huis heeft een gescheiden watersysteem. We spoelen met regenwater het toilet door. Het huis is zelfvoorzienend, in de zomer leveren we zelfs energie terug.
De fiets wordt nog meer gebruikt. Grote afstanden worden afgelegd met e-bikes. Het treinstation is voor iedereen op loop- of fietsafstand bereikbaar. Er is meer werkgelegenheid in de omgeving. Met name in de branches richting verduurzaming en circulariteit. Ik zie ambachtscentra en meer tweedehandswinkels. De kleding wordt beter geproduceerd dan nu. Van natuurlijke grondstoffen met eigenschappen die we prettig vinden: warm, behaaglijk en niet synthetisch.
Er lopen meer schapen op de plek die ze fijnste vinden: in het bos, tussen de bomen en op de dijk. De wol wordt lokaal verwerkt en gebruikt. Door de duurzame lobby is dat allemaal gelukt. Niet zonder slag of stoot, maar er werd ingezien dat groen de toekomst heeft!