Interview met Hella Aberson van de Nederlandse Bijenvereniging – Jubileum 40 jaar NMFF

Ruimte voor bijen, winst voor de natuur

De Nederlandse Bijenvereniging (NBV)- afdeling Oost-Flevoland treedt op als intermediair tussen o.a. Staatsbosbeheer (SBB), Natuurmonumenten (NM) en het Flevolandschap (FL) voor het plaatsen van bijenvolken in drachtgebieden. Daarnaast geeft de vereniging cursussen en ondersteunt leden die een bijenvolk willen houden of starten. Bestuurslid Hella Aberson, deelt de kijk van de NBV op 2050.

‘Insecten volop de ruimte geven door natuurinclusieve steden en buitengebieden’  

Ik kan me enorm vinden in de NMFF-visie 2050. Pesticidevrij en biologisch boeren is wat ik hoop. Dat we in de toekomst niet meer afhankelijk zijn van bestrijdingsmiddelen. Als we niet overstappen op pesticidevrij boeren is de bodem straks niets meer waard. Dit heeft een groot effect op insecten. Ze zijn te mager en hebben problemen om genoeg voedsel te vinden. Kortom: we willen insecten volop de ruimte geven door natuurinclusieve steden en buitengebieden te vormen.

‘Het zou mooi zijn als er meer bijentuinen komen door heel Flevoland verspreid’  

Onze rol is om inwoners te informeren over het belang van bijen. In gesprek gaan om mensen te stimuleren zelf wat te doen. We geven imkercursussen en de belangstelling daarvoor is nu al groot. Veel mensen weten al dat het slecht gaat met de bij. Het zou mooi zijn als er meer bijentuinen komen door heel Flevoland verspreid. Het is wel belangrijk dat deze niet te dicht bij huizen staan, zodat er geen overlast is. In deze tuinen willen we ook informatie geven door borden neer te zetten. Op die manier kunnen bezoekers meer lezen over waarom de bij zo belangrijk is.

Daarnaast zien we graag dat er weer struweelhagen worden toegevoegd in de buitengebieden. Struiken en bomen zijn van groot belang voor bijen en honingbijen. Tot slot zou het helpen als de bermen continu natuurinclusief worden beheerd. Het heeft geen zin als dat het ene jaar wel gedaan wordt en het volgende jaar niet.

Je staat in 2050: wat zie je?

In 2050 hoop ik in een groener Lelystad te wonen: groene daken en muren, variatie aan struiken, bomen en bloemen. Er wordt veel bewuster omgegaan met de verkoop van planten; alleen nog biologisch, met duidelijke waarde voor insecten en het liefst zoveel mogelijk inheems. Op tafel staat een potje lokaal geproduceerde honing. Die is helaas niet helemaal vol, want de bij heeft het wel erg moeilijk gehad. Inmiddels is er meer onderzoek gedaan naar insecten en bijen om te begrijpen hoe we ze beter kunnen beschermen.

De mooiste overwinning die we in 2050 hebben gehaald: we zijn volledig pesticidevrij. Vanuit de bevolking was daar grote vraag naar. Door allerlei onderzoeken kwam naar voren dat het echt beter moest. De kracht van de burger heeft ervoor gezorgd dat het afgedwongen is. Sommige bedrijven zijn zelf overgestapt, maar enkele pas toen het echt moest. Kortom: de omgeving is voor de bijen een stuk vriendelijker gemaakt.